Transavia breidt zijn aanbod in München uit met binnenlandse vluchten van en naar Berlijn-Schönefeld. Dat maakte de budgetdochter van Air France-KLM woensdag bekend. De eerste vlucht is op 30 mei.
Transavia biedt sinds maart vluchten aan naar verscheidene Europese bestemmingen met München als vertrekpunt. De Zuid-Duitse stad is daarmee de eerste basis van de prijsvechter buiten de thuismarkten van moederconcern Air France-KLM, Frankrijk en Nederland.
De keuze viel op Duitsland omdat prijsvechters daar nog een relatief klein marktaandeel hebben. Goedkope vluchten tussen München en Berlijn zijn op dit moment zelfs helemaal niet beschikbaar, aldus directeur Mattijs ten Brink. Met twaalf retourvluchten per week naar de hoofdstad richt Transavia zich nadrukkelijk op zakelijke reizigers.
Rode cijfers
Transavia liet eerder weten dat het de komende twee jaar nog vier tot zes uitvalsbases in het buitenland wil openen. De kans is vrij groot dat daar minimaal een Duitse stad tussen zit. Verder kijkt het bedrijf naar Zuid-Europese markten als Portugal, Spanje en Italië.
De sterke groei van Transavia, ook in Frankrijk en Nederland, vergt hoge investeringen. Daardoor schrijft het bedrijf nog altijd rode cijfers. In het eerste kwartaal kwam het operationele verlies uit op 63 miljoen euro. Dat is maar 6 miljoen minder dan een jaar eerder, een bescheiden verbetering vergeleken met die bij het moederbedrijf.
De omzet nam wel met een kleine 10 procent toe tot 160 miljoen euro. Transavia vervoerde 1,9 miljoen passagiers, ruim 14 procent meer dan in het eerste kwartaal van 2015. De capaciteit lag 8,4 procent hoger.